Op een herfstige namiddag in de Kinky Star op de Vlasmarkt, schuift Lindsi Dendauw (1993) voor onze microfoon. Lindsi beantwoordt onze vragen zoals veel van de punkbands die ze programmeert: kort maar krachtig. Een madam van weinig woorden maar de lawine aan activiteiten die ze onder de naam Girls Go BOOM organiseert, spreekt voor zich. Zonder er meer woorden aan vuil te maken, vragen we Lindsi om zich kort voor te stellen en ons wat te vertellen over haar ervaringen met Alles Kan.
“Ik ben Lindsi en organiseer Girls Go BOOM. Onze slogan is Girls putting girls on stage en dat is exact wat we doen. Het is een protest tegen het feit dat er altijd alleen maar mannen op het podium staan, vooral in hardere genres zoals rock en punk en garage.”
“Gewoon het feit dat we al hele goeie bands hebben kunnen programmeren, bands die ons inspireren en waar we echt naar opkijken. Zo hebben we in september bijvoorbeeld Petrol Girls gehad en dat was echt fantastisch. Maar het mooiste moment was wanneer Aurélie van Cocaine Piss mij een knuffel kwam geven tijdens hun concert, middenin de moshpit. Dat was keimooi.” (lacht)
Lindsi: “Wat we aan het Alles Kan-project hebben overgehouden is vooral heel veel inspiratie om verder te doen. We kregen veel hulp en begeleiding en willen gewoon nog veel meer concerten zoals deze organiseren.”
“De grootste tip die ik kan geven is om elke kans die je ziet te grijpen om met andere mensen over je idee te praten. Zelfs mensen die er niets mee te maken hebben, kunnen je plots een inzicht geven. Je komt op café iemand tegen die een zaal heeft, die kan koken, die tips kan geven voor artiesten om te boeken…”
“We hebben nog heel veel plannen met Girls Go BOOM. Sowieso vind je ons maandelijks in de Kinky Star met een concert en ons volgende groot project dat zal plaatsvinden is een residentie van een maand in _plek aan de Vrijdagmarkt. Daar organiseren we niet alleen concerten maar ook workshops zodat we meisjes niet alleen kunnen uitnodigen om muziek te maken of te luisteren maar ook een instrument te leren spelen en zo. Daar kijken we heel hard naar uit.”
