Julien Kerknawi (1994) was van jongs af aan gebeten door de microbe van het bewegend beeld. In 2011 stampte hij op 16-jarige leeftijd zijn eerste Alles Kan-project uit de grond. Hierop volgden nog twee projecten, met als hoogtepunt zijn derde film waarin hij samenwerkte met acteur Koen De Graeve. Met deze laatste film schopte de jonge cineast het zelfs tot op het filmfestival van Cannes! Vandaag verdeelt hij zijn tijd tussen commerciële filmopdrachten en eigen projecten. Met al die ervaring op zak waren we benieuwd naar zijn tips voor jongeren met een idee.
Julien: “Zoek altijd advies van mensen die je zijn voorgegaan. Zo kan je beter aanvoelen wat de uitdagingen zullen zijn die je kunt tegenkomen in je eigen project. Luister goed naar die raad zodat mogelijke problemen in je project makkelijker te beheersen zijn. Die voorbereiding is superbelangrijk. Soms is het beter om wat meer tijd te nemen om voor te bereiden in plaats van te snel in actie te schieten. Dat heb ik geleerd in het begin van mijn allereerste filmproject. Tijdens de eerste twee draaidagen bleek dat we helemaal niet goed voorbereid waren. Er liep vanalles fout, agenda’s waren niet op elkaar afgestemd, … Nadien werd duidelijk dat die eerste twee dagen helemaal niets bruikbaar hadden opgeleverd. We hebben het project dan verder afgewerkt met iets minder budget maar door die ervaring hebben we diezelfde fout nooit meer gemaakt.”
Julien: “Het meest spannende was steeds de première. Je hebt een hele tijd aan het project gewerkt en je twijfelt voortdurend of je keuzes wel de juiste waren. Het maakt volgens mij niet uit of je een amateur bent of een expert die het al 20 keer gedaan heeft. Het is altijd zenuwachtig afwachten tot het publiek zijn oordeel heeft geveld. Bij mij was dat ook zo maar ik probeerde er toch van te genieten, die spanning kun je ook als een leuk moment ervaren.”
Julien: “Het waren de beste momenten van mijn jeugd. Creatieve projecten kunnen doen met vrienden en later ook met professionals, met Koen Degraeve kunnen draaien, dat kun je nooit vergeten. Het heeft ook de weg heeft geopend voor veel andere projecten en commerciële opdrachten. Ik word serieuzer genomen als regisseur door het werk dat ik op mijn cv kan zetten. Daardoor kan ik, zowel in de reclame als in de film, grotere projecten aannemen. Zo kreeg ik doorheen de jaren meer respect van mijn sectorgenoten. Mijn ervaring met de drie films die ik met hulp van Alles Kan heb gemaakt, is tien diploma’s waard. Of zelfs meer.”
Julien: “Ik heb nu zowat twee levens. Ik monteer heel veel reclamespots, zowel voor zeer grote als voor zeer kleine klanten. Dat zorgt er voor dat ik financieel mijn plan kan trekken. Daarnaast ben ik ook bezig met een langspeelfilm die gebaseerd is op A Broken Man. Dit project heet In The Last Front, een oorlogsfilm in Amerikaanse coproductie. Deze film vraagt heel veel tijd en heel veel voorbereiding en de ervaring die ik heb meegenomen uit de Alles Kan-projecten is handig om deze productie nu goed uit te voeren.”
Julien: “Wie niet waagt, blijft maagd. (lacht) Nee, serieus, als je een idee hebt waarvoor je niet wil vechten, dan zal niemand ervoor willen vechten. Dan gaat het idee gewoon verloren. Je moet er dus keihard voor gaan!”
Julien: “Zorg dat je weet wat je wil en wat je niet wil. Leg de lat niet te laag maar ook niet te hoog, probeer jezelf te kennen op vlak van capaciteiten. Push jezelf daar een beetje in maar steek jezelf niet voorbij. Zet kleine stapjes en wordt stilaan groter, zo ga je gradueel altijd zottere dingen beleven.”